Natuurlijk dichtbij

dagbesteding heusden

  • Nieuwe dagbesteding in Vlijmen zorgt voor verbinding

9 aanbieders in de sector zorg en welzijn in Vlijmen hebben een informele dagbesteding opgezet in de centraal in de gemeente gelegen sporthal. Iedereen is er welkom om binnen te lopen en wijkverpleegkundigen zien hoe goed het mensen doet als ze van die mogelijkheid gebruikmaken. De verwachting is dat door dit initiatief op termijn mensen minder snel op basis van een indicatie naar het bestaande aanbod voor dagbesteding hoeven.

Jan van der Lee, net 70 geworden, woont al zijn hele leven in Vlijmen. Na zijn pensioen ging hij gebruikmaken van dagbesteding in Den Bosch, maar daar moest hij na verloop van tijd weg toen de gemeente Heusden niet langer een contract had met de Bossche aanbieder. Een zorgboerderij in Giesbergen bood uitkomst. ‘Mijn vader was jager en nam mij vaak mee’, vertelt hij, ‘ik voelde me wel thuis in die omgeving. Maar ik zag wel dat de mensen van de zorgboerderij voor mij maar weinig hoefden te doen. Veel andere bewoners waren licht dementerend en hadden veel meer zorg nodig. Ik mocht zo iemand niet eens meenemen als ik een eindje ging lopen, en dat doe ik graag. Dus ging ik eens kijken bij het sportcentrum in Vlijmen, want ik hoorde dat daar een nieuwe dagbesteding was opgezet. En die bevalt me prima. Het is dichtbij waar ik woon en die zorgboerderij werd bovendien door de eigen bijdrage ook wel erg duur voor me. Hier betaal ik 5 euro per dag en daarvoor krijg ik ’s middags een warme maaltijd en alle koffie of thee die ik wil.’

9 organisaties

Dat die nieuwe voorziening voor dagbesteding er is gekomen in Vlijmen, heeft te maken met de substitutie van taken naar de gemeenten per 1 januari 2015. ‘De gemeente Heusden – waaronder Vlijmen bestuurlijk valt – wilde niet alleen bezuinigen op de uitgaven voor dagbesteding, maar had ook de visie dat het mogelijk moest zijn om de participatie voor de doelgroepen voor de dagbesteding te vergroten’, zegt Nicole Hendriks. Zij is projectleider van het In voor zorg-project “Cirkels van het gewone leven” en betrokken bij het opzetten van een alternatieve dagvoorziening voor inwoners in Vlijmen een onderdeel vormt.

Hierbij zijn negen organisaties betrokken: Contour de Twern, Thebe, RIBW Brabant, Prisma, Schakelring, Modus, MEE, Juvans en de GGD. Een aantal daarvan biedt al dagbesteding voor hun diverse doelgroepen en het is ook de bedoeling dat die blijft bestaan voor mensen die daarvoor een indicatie krijgen. ‘Maar er zijn ook genoeg mensen zonder indicatie die toch behoefte hebben aan verbinding in hun eigen woonomgeving’, zegt Hendriks. ‘Daarom wilden we die los van de 9 organisaties opzetten, zo natuurlijk, dichtbij en laagdrempelig mogelijk.’

De burger centraal

Het mooie is dat die 9 organisaties geen van alle hun stempel drukken op het nieuwe initiatief, maar wel allemaal vanuit hun eigen discipline kennis inbrengen, stelt Marieke Kouwenberg, wijkverpleegkundige bij Thebe. ‘Soms komen 2 van die 9 partijen bij één cliënt zonder dit van elkaar te weten’, zegt ze, ‘daaraan kunnen we nu wat doen. Niet door elkaar te beconcurreren, maar door de burger centraal te stellen.’

Zo’n samenwerking begint met kennismaking. ‘Gewoon bij elkaar gaan zitten met zijn negenen en gaan brainstormen’, zegt Kouwenberg. ‘Voor Thebe werd de voorliggende vraag meteen heel concreet omdat een van de locaties voor dagbesteding, voor senioren met een indicatie hiervoor, dicht moest.’

Hendriks zocht contact met de manager van zwembad en sportcentrum De Heygraven dat midden in Vlijmen ligt. ‘We hadden meteen een klik want hij had dezelfde visie als wij: een laagdrempelige voorziening bieden voor iedereen in de wijk. Hij had bijvoorbeeld al aan een vrouw in de buurt, die thuis niet kon douchen, aangeboden: kom dat dan hier doen, alle voorzieningen zijn er. Het gebouw heeft zoveel faciliteiten. Er zijn geen drempels, er is een invalidentoilet en een keuken en het had al een buurtfunctie voor schoolzwemmen, sportclubs en zwemmen voor mensen met kanker. Precies het soort voorziening dat we zochten voor alle gemeenten die onder de vlag van Heusden vallen.’

Gezellig en laagdrempelig

Zo waren de mensen van die dagvoorziening van Thebe die ging sluiten weer verzekerd van een plek. ‘Een paar van hen tenminste’, zegt medewerker Marie-Therese Elshout van Thebe, die de verantwoordelijkheid voor deze locatie heeft. ‘Sommigen hadden teveel zorg nodig om van deze voorziening gebruik te kunnen maken. En in sommige gevallen hadden familieleden al een ander alternatief gevonden omdat ze de continuïteit van de dagvoorziening voor hun naaste wilden veiligstellen. Maar degenen die wel overgingen naar hier, waren meteen enthousiast. Zelfs de oudste, 95 nu, zei meteen: “Wat is het hier gezellig hè”. Begrijpelijk, want het is hier echt laagdrempeliger. Inmiddels maken we al mee dat iemand gewoon binnenloopt met: “Ik heb gehoord dat dit er is, ik kom eens kijken”. Precies zoals het bedoeld is.’

Maar: het ging om meer mensen dan alleen die enkelen van die dagvoorziening van Thebe die dichtging. In de plannen was een brede doelgroep geformuleerd: iedereen die behoefte heeft aan dagbesteding, met uitzondering van mensen die niet zelfredzaam zijn en dus een indicatie krijgen voor formele dagbesteding. ‘Het groeide wel al snel maar de start had toch een beetje een trend gezet: ouderen brengen ouderen mee’, zegt Kouwenberg. Hendriks vult aan: ‘Nu zijn we aan het kijken of de mensen met een verstandelijke beperking voor wie nu dagbesteding in Waalwijk bestaat niet net zo goed hier naartoe kunnen. Door ze patronen aan te leren, kunnen ze een bijdragen leveren zoals koffie serveren of helpen met de lunch.’

Zorgen voor bekendheid

Ook op andere fronten worden stappen gezet om meer mensen naar de nieuwe dagbesteding te leiden. Door de praktijkondersteuners in de huisartspraktijken te informeren over het bestaan ervan bijvoorbeeld. Want zoals Kouwenberg het zegt: ‘Als je de praktijkondersteuners mee hebt, heb je de huisartsen ook. Verder zijn we in gesprek met de aanbieders van het Thomashuis, een setting voor mensen met een verstandelijke beperking, in Nieuwkuijk. Tegelijkertijd willen we het ook een beetje natuurlijk laten ontstaan. We zien inmiddels dat al meerdere mensen spontaan komen binnenlopen. Ook beginnen zich vrijwilligers te melden. Al vraag ik mij af of in dit verband het woord vrijwilligers op zijn plaats is. Ook dit zijn mensen die een zinvolle dagbesteding zoeken, iedereen die hier binnenloopt komt iets halen en brengen.’

De 3 verwachten dat gaandeweg ook meer contacten binnen de locatie zelf zullen ontstaan, al gaat dat nog niet altijd spontaan. Elshout vertelt: ‘Het is nog niet altijd makkelijk om mensen mee te krijgen. Ik heb aan mensen van een sportvereniging die hier komt al eens gevraagd of onze bezoekers eens mogen komen mee sporten. Maar dat blijkt dan toch nog moeilijk te liggen. “Onze sporters kennen elkaar”, krijg ik dan te horen. Ik wil dat wel een keer voor elkaar brengen, maar je moet dat tijd gunnen.’ Je moet het niet forceren, vindt Kouwenberg ook. ‘Uiteindelijk zien mensen de meerwaarde wel’, zegt ze. ‘Het is gezelliger hier dan in een kleedkamer denk ik.’

Groeiproces

Maar tegelijkertijd is het geen doel op zich om vanuit alle 9 aan het project deelnemende organisaties mensen binnen te krijgen. ‘We nemen het in ons werk mee als mogelijkheid’, zegt Henriks. ‘De boodschap is: “Kom gewoon eens kijken”. Het is een groeiproces en misschien is er op bepaalde fronten nog wel een gevoelsmatige drempel op dit moment. Bijvoorbeeld om te accepteren dat ook mensen met een verstandelijke beperking hier komen voor hun dagbesteding.’

Elshout vult aan: ‘Vaak blijkt die drempelvrees onnodig, ik merk dat ook aan mezelf. Een tijdje geleden kregen we hier voor het eerst een blinde vrouw op bezoek. Ik had nog nooit met blinden gewerkt dus vond dat onwennig. Maar het ging vanaf het begin goed, het ligt eraan hoe je er als begeleider in staat. Ik voelde me veilig door de betrokkenheid van de 9 organisaties, je weet wie je kunt bellen als het nodig is.’

Kouwenberg zegt wel dat de groei van het aantal mensen dat de nieuwe locatie weet te vinden uiteindelijk gevolgen zal hebben voor de bestaande aanbieders van dagbesteding. ‘Die aanbieders proberen natuurlijk ook mensen binnen te krijgen, daar zijn ze financieel afhankelijk van’, zegt ze. ‘In dat licht kan ik mij voorstellen dat ze ons als concurrent zien, maar dat zijn we natuurlijk niet. Er is zoveel behoefte aan dagbesteding dat er voldoende ruimte is voor alle partijen. Wel denk ik dat op termijn alleen nog mensen met een hogere zorgzwaarte bij de formele aanbieders terecht zullen komen, niet meer de mensen met een sociale indicatie. Dat is ook hoe het beleid bedoeld is. Je ziet ook dat het gaandeweg beter gaat met de mensen die hier komen. Ik merk dat ook als ik bij ze thuis kom. Ze hebben minder zorg nodig, ze worden geprikkeld.’

  • Interview door Frank van Wijck

Plaats een reactie