De diagnose: klassiek autisme

autisme vrouw

Ik heb me altijd anders gevoeld dan anderen. Ik besefte pas rond mijn 7e a 8e levensjaar dat ik op de wereld was. Tot zover reikt mijn geheugen over mijn verleden. Dat was pas rond mijn 7e a 8e jaar. In mijn kinderjaren werd mij verteld door mijn familie dat ik tot mijn 5e doof was en dat de neusamandelen in de weg zaten. Verder had ik veel last van dauwwormeczeem. In Groningen ben ik behandeld waarvoor ik maandenlang daar in het ziekenhuis lag op een kinderafdeling. Ik heb 3 jaar over de kleuterschool gedaan en 2 jaar over de eerste klas van de basisschool. Daarna de gewone openbare basisschool, Leao en Meao zonder te blijven zitten gevolgd. Van de Leao en Meao heb ik ook diploma’s.

Op school werd ik veel gepest. Ik had zelf het idee dat ik echt mijn best deed om mee te kunnen doen en mij aan te passen. Maar op een of andere manier lukte het niet om echt contact met mijn klasgenoten te hebben. Als er voor gym of andere spelletjes kinderen mochten kiezen wie ze in hun team wilde hebben, kwam ik bijna altijd op de laatste plaats. Ik kon met gym moeilijk meekomen. Maar zwemmen en duursport, dat ging wel.

Ik werd in het verleden ook gezien als iemand met een verstandelijke beperking. Zo voelde ik mij ook. Ik was gewoon dom en hield dat ook lange tijd vast. Toch op school bleek ik wel aardige rapportcijfers te hebben. Alleen talen was voor mij wat lastiger. Ik ben schijnbaar lange tijd vrij kinderlijk overgekomen, zonder dat ik het zelf besefte. Ik heb soms een apart taalgebruik. Ik voelde me echt een buitenbeentje, zowel binnen mijn familie als in mijn omgeving. Ik deed vreselijk mijn best om mee te komen en goede contacten te krijgen. Maar op een of andere manier lukte dat niet echt. Een paar vage vriendinnen, waar ik me altijd voelde als het derde wiel aan de wagen.

Thuis ben ik streng opgevoed. Mijn ouders vonden mij juist erg verwend. Maar op zaterdag was ik het die de boodschappen deed, de tuin onderhield en als ik van de padvinderij terug kwam ook nog de rollers zette in moeders haar. Afwassen heb ik bijna nooit gehoeven. Omdat zij belangrijk vonden dat ik bleef leren en goed mijn huiswerk deed. Maar moeders wil is wet. Ziek zijn bestond niet, vooral het uitzieken was taboe.

Er zijn wel dingen gebeurd waarbij ik moeite heb gehad om het te verwerken. Ik schaamde me als buitenbeentje. Blijkbaar was dat niet zichtbaar. Net zoals vaker niet altijd zichtbaar was hoe ik mij voelde. Eigenlijk wist ik niet echt wie ik daadwerkelijk ben. Dat is pas later gekomen.

Ik ben rond mijn 21e het huis uitgegaan en op kamers gaan wonen. Zo in mijn eentje. Dat beviel me goed. Geen autoriteit buiten mijn werk, maar rust en stilte. Toch had ik een heel eenzaam gevoel, ondanks dat ik blij was dat ik het huis uit was.

Op een gegeven moment kwam ik in een moeilijke werksituatie terecht, ik had moeite om aan een baan te komen die geschikt voor mij was. Ik wist wel wat ik wilde, namelijk de accountancy. In ieder geval iets met cijfertjes. Dat lag me wel en ik was daar ook “goed” in.

Uiteindelijk geslaagd via een WSW-bedrijf waar ik administratie en postverwerking deed voor een districtskantoor van de Volleybalbond. Daarna op een bedrijfsbureau van hetzelfde WSW-bedrijf waar ik ook prima naar mijn zin had.

Begin jaren 80 ben ik een poos bij het maatschappelijk werk geweest voor diverse gesprekken. Daar bleek bij mij een flinke faalangst te zitten. Toen ging het een tijdje goed, maar daarna heb ik nog een paar keer een beroep gedaan op maatschappelijk werk.

Op een gegeven moment zo halverwege 2004 zag ik een advertentie van een GGZ (preventie): “In een dip en uit een dip”. Daar kreeg ik een intake, waaruit bleek dat ik aan deze cursus niet veel zou hebben. Ze hadden de indruk dat er een diepere oorzaak was van mijn klachten. Via GG-net heb ik toen cognitieve gedragstherapie gevolgd. Deze gesprekken heb ik gemiddeld om de 2 weken gehad. Dit heeft mij veel geholpen. Ik kreeg de diagnose persoonlijkheidsstoornis Noa.

Eind 2009 kwam ik weer in een belabberde werksituatie. Ik werd door de diverse reorganisaties geplaatst bij de groenvoorziening van het SW-bedrijf en andere productieafdelingen. Nou dat was ook niet alles. Ik liep er compleet vast in, ik deed het werk, omdat ik dacht dat ik gewoon blij moet zijn dat ik werk heb. In die periode begon de werkloosheid ook te groeien. Weer in 2010 naar de GGZ-instelling en kwam terecht bij een GGZ-psychologe. Via haar en in overleg met een psychiater heb ik toen testen gedaan. Hieruit kwam de diagnose kernautisme met normale intelligentie. Mede dankzij een rapport van het ziekenhuis te Groningen die ik via mijn nieuwe huisarts boven water heb gekregen.

Voor mij vielen heel veel stukjes in elkaar en ik kon nu eindelijk inzien, waarom ik mij zo’n buitenbeentje heb gevoeld en regelmatig vergat wie ik daadwerkelijk ben. Ik heb me door de diverse therapieën eindelijk kunnen ontplooien, omdat ik weet dat ik ook mijn kwaliteiten heb. De laatste jaren heb ik ook veel gelezen over psychiatrische handicaps, waaronder autisme, maar ook over Hoog Sensitieve Persoon. In beide kan ik mezelf ook een hoop in terugvinden.

Eigenlijk heb ik geen echt verwerkingsproces gehad. Ik kon namelijk gelijk accepteren dat ik deze stempel heb gekregen. Alleen heb ik wel moeite met het stigma die hierop rust. Ondanks dat het tegenwoordig wel beter wordt omdat het meer geaccepteerd wordt.

Ik vind het jammer dat ik pas op 52-jarige leeftijd een goede diagnose heb gekregen. Nu heb ik ook meer mogelijkheden om in aanmerking te komen voor bepaalde zorg.

Persoonlijk vind ik dat ik me nu heel goed red, erg actief ben en ook initiatieven kan nemen. Helaas kan mijn familie mijn diagnose niet erkennen. Ik heb meer afstand van hun genomen, maar laat de deur op een kier. Ik heb nu mensen om mij heen waar ik een hele goede omgang mee heb. Tuurlijk loop ik weleens tegen dingen aan. Hierover hoop ik een volgende keer meer te vertellen.

Rianne

Plaats een reactie